Kijk naar Eichmann - zo slecht doe ik het nog niet

  • Sam de Vlieger
De Europese man

Een doodgewone, saaie ambtenaar, bepaaldelijk geen gewelddadig of crimineel type, wordt wekenlang verhoord omdat hij de moord op enige miljoenen op zijn geweten heeft. Het zou kafkaesk zijn als die verhoren niet werkelijk hadden plaatsgevonden en deze Adolf Eichmann uiteindelijk niet op goede gronden was veroordeeld. Hij wás mede verantwoordelijk voor een miljoenenmoord.

Zie daar het fascinerende dat de filosofe Hannah Arendt ertoe bracht haar boek De banaliteit van het kwaad te schrijven. Arendts beschrijving van Adolf Eichmann heeft grote weerklank gevonden in de Westerse wereld. Hoe kan dat eigenlijk? Waarom hebben ‘wij’ zo’n fascinatie voor Eichmann? Eichmann was immers weliswaar dé ambtenaar achter de uitroeiing van de Europese joden, maar hij was zeker niet de eerste ambtenaar die ‘gedachteloos’ meehielp aan het uitmoorden van een volk. Dezelfde mensen die in Nazi Duitsland bij de uitroeiing van de Joden betrokken waren, organiseerden 40 jaar eerder een genocide in Namibië (1904-1908). Afrika, Zuid-Amerika, Noord-Amerika en Australië - in veel streken werd de halve of hele bevolking systematisch opgeruimd. Bij de Spaanse verovering en kerstening van Midden- en Zuid-Amerika zijn vanaf 1600 meer mensen op gruwelijke wijze ter dood gebracht dan tijdens de Shoah. Noch de schaal, noch de methode, noch de ideologie die Eichmann bewoog, waren nieuw. Concentratie- en vernietigingskampen bestonden al eerder in gekoloniseerde gebieden (ook in Nederlands-Indië). Racisme was alom tegenwoordig. Eichmann paste beproefde methodes toe, met dit verschil: hij deed dat op Europese bodem en op mensen van het blanke ras. De Shoah is een catastrofe in de geschiedenis van de Joden, een unieke gebeurtenis in het Europees bewustzijn, maar een alledaagse praktijk in de verdrongen geschiedenis van Europa.

Arendts analyse heeft een grote kracht: ze laat zien dat Eichmann geen eng monster was maar een mens zoals u en ik. Haar analyse heeft echter ook een grote zwakte: ze laat niet zien dat de Nazi’s hun methode en ideologie uit de Europese koloniën overnamen, en dat die dus een onlosmakelijk deel van de Europese geschiedenis vormen. Korter gezegd: Arendts analyse is psychologisch sterk, maar historisch zwak.

In een recente verklaring doet de Raad van Kerken een dappere oproep. De grote Nederlandse kerken betogen gezamenlijk, dat wie zich als Nederlander op de Nederlandse (en bij uitbreiding: de Europese) geschiedenis wil beroepen, ook de donkere kant daarvan moet erkennen, accepteren en belichten als inherent aan deze geschiedenis.

De fascinatie voor Eichmann is volgens mij mede zo te verklaren: wie schuldbewust toegeeft dat Eichmann in elk van ons schuilt, zegt impliciet ook, dat de meesten van ons het zo slecht nog niet doen. De analyse van Arendt vormt dan misschien een ongemakkelijke boodschap en Eichmann is dan misschien een smet op ons maagdelijk mensbeeld of humanistisch ideaal, hij laat echter ons zelfbewustzijn met rust, hij laat de kern van onze identiteit overeind. Het referentiepunt Eichmann houdt niet alleen de illusie in stand van de Nazi-misdaden als een uniek gebeuren in de geschiedenis, maar het benadrukt ook de onschuld, of beter gezegd: de onbetrokkenheid van de ‘gewone’ mens bij structureel onrecht. Eichmann is ook een excuus, een geruststelling voor elk van ons. Er steekt een Eichmann in mij. Zo slecht doe ik het dus nog niet. Neemt u mij mijn kleine ongerechtigheden dus niet al te kwalijk.

In de genoemde verklaring van de Raad van Kerken gaat het concreet om het Nederlandse slavernijverleden. De Raad belijdt in zijn verklaring niet primair schuld over de geschiedenis. De Raad beweent ook niet de mens, als was de mens altijd in wezen een slavenhandelaar (of een Eichmann) en als zou de mens altijd wel een slavenhandelaar (of een Eichmann) blijven. Nee, de Raad wijst naar de huidige Europeaan. De vraag is niet of wij in staat zijn tot onmenselijkheden à la Eichmann; de vraag is hoe wij omgaan met onze betrokkenheid bij hedendaagse slavernij (kledingfabrieken in Azië) en deportaties (uitzetting van illegalen).

Ach, je kunt zo’n verklaring natuurlijk moeilijk naast een meesterwerk als dat van Arendt leggen. Maar als ik moet kiezen, kies ik voor de bescheiden benadering van de verklaring. Dat wij allemaal in potentie slavenhandelaren zijn, is niet zo interessant. Interessant is dat wij allemaal op een kleine schaal betrokken zijn bij de onrechtvaardigheden die aan onze welvaart ten grondslag liggen. Grote verklaringen over de menselijke essentie praten ook altijd aan de mens voorbij. De mens is altijd gesitueerd in een context. De mens leeft op een plaats en in een tijd. Die gesitueerde mens is interessant. Ik ben het namelijk en ik kan op bescheiden schaal iets doen aan structureel onrecht. Neem het me dus wel kwalijk.

Foto: The after shave mirror door Daniel Horacio Agostini (CC BY-NC-ND 2.0)

Tags: